Spooky, de wandelaar

Mensen die wij spreken in de duivenwereld, die vertellen wij wel eens over de kneusjes die wij op ons hok hebben. Kneusjes omdat we er niet mee vliegen om diverse redenen. Omdat ze niet kunnen vliegen, omdat we er emotioneel aan gehecht zijn, omdat ze scheef gebouwd zijn, omdat de kinderen er aan gehecht zijn etc. Het leek me leuk om deze duiven eens in the spotlight te zetten en ik begin vandaag met onze Spooky. Spook ook wel genoemd.

Spooky is een duivin waarvan we eigenlijk niet 100% zeker weten wie de ouders zijn, omdat ze qua kleur absoluut niet op haar vader lijkt. Moeders is een Jellema-duivin. Tja, dat weten we dan weer wel.
Spooky begon als een voortvarende duivin, want of het nu Papa1 of Papa2 was, op papier zou het wel leuk uit kunnen pakken. Dus vol goede moed begonnen we met africhten. Maar ineens was Spooky weg. Foetsie. Naja, dat gebeurd helaas wel vaker.
Gelukkig kregen we een telefoontje dat ze gevonden was, maar Spooky kon niet vliegen, ze konden haar zo van de grond pakken. Dus Erik erheen, Spooky opgehaald en we verwachtten toen wel dat het allemaal nog goed kwam.

Inmiddels zijn we meer dan 5 jaar verder en Spooky wandelt door de tuin, in het hok komt ze met kleine sprongetjes, via de zitschapjes in de spoetnik. Maar de sprong naar beneden is te hoog. Maar Spook is een schatje. Ze is de beste eierwarmer die we hebben op het hok. Je kunt oneindig eieren onder haar schuiven. Ze pakt alles wat op het hok ligt. (Niet altijd even handig haha)

En wat ze hier beneden op het filmpje van 5 jaar geleden laat zien is nog steeds wel het maximaal haalbare. Al komt ze nu denk ik toch wel tot een meter hoog.

De koppels en de eerste oefenvluchten

Jaja, de duiven zijn gekoppeld, maar hoe gaat dat nu?
Nou, laat ik daarmee beginnen. We hebben inmiddels alweer 6 koppels. Helaas noodgedwongen, want een paar dagen nadat we de kwekers gekoppeld hadden kwam een van onze vliegduiven, Krullie, met enorme gaten terug van de eerste eigen africhting. Omdat hij door deze gaten in 1 klap klaar was voor, in ieder geval, het voorseizoen hebben we besloten hem ook op het kweekhok te zetten.

Verder zijn alle eieren bevrucht, alleen Krullie is iets later dan de rest, maar alles wijst erop dat ook van hem en zijn duivin de eieren bevrucht zijn. Krullie is een zoon van Gerrit en Doede. (Zie vorige blog) De duivin moet ik jullie even verschuldigd blijven. Tis een rode duivin, dus ik gók even op Alex Boonstoppel, maar het kan zomaar van een ander soort zijn.

Dan de eerste 2 africhtingsvluchten. Vorige week, 6 april, stond Isnes op het menu. En eerlijk is eerlijk. Menu, zo voelt het wel. We begonnen met 6 ouden en 7 jaarlingen. De ouden waren zaterdag thuis. De jaarlingen… Niet. We hebben er 1 gemeld gekregen en deze is Erik vandaag (15-04) ophalen in het Centraal Hok bij Nijmegen. Dat is wel diep triest, want onze vliegploeg is nu ineens HEEL klein.
Afgelopen zaterdag hebben we 6 ouden ingekorfd naar Bierges. Daarvan waren er 5 zaterdag thuis. In no time. 1 Duivin zat er zondagochtend.
Hoelaat kan ik jullie niet vertellen, want ik zag een duif vallen en de klok deed het niet, dus toen ik de duivin wilde vangen om haar over de klok te halen, bleken er al 2 te zitten. En toen kwam ik ook tot de ontdekken dat de klok het helemaal niet deed. Dát hebben we nog niet opgelost. Een iets vervelendere puzzel, aangezien zaterdag de 1e echte vlucht is. (Gelukkig nog geen overnachtvlucht, dus in theorie hebben we nog even)

Overall is het mooi kl**e dat we er 6 kwijt zijn. Maar gekeken naar afgelopen zaterdag hebben ze zich wel heel goed opgevolgd en zijn ze goed naar huis gekomen. We halen maar een paar keer diep adem en gaan weer gewoon door. Meer kunnen we toch niet doen.

En de duiven zijn gekoppeld!

Afgelopen week scheen dan eindelijk de zon en zoals het bij de mensen gaat kriebelen, zo werkt dat ook bij de dieren.
Erik en ik twijfelden al even of we de duiven zouden koppelen en zoja welke dan. Dus na lang wikken en wegen en goed rekenen hoe we uit zouden komen als we ze nu zouden koppelen, maakten we toch de keuze om de duiven waarmee we niet zouden vliegen tóch te koppelen.
En zo kwamen we tot de conclusie dat we (oorspronkelijk) 5 koppels maakten. (Oke, oke, het waren er eerst 6, maar 1 koppel wilde zich niet koppelen, dus die zitten weer gewoon terug op het andere hok. Dwang doen we niet aan)

Een blik werpen op de jonge duiven

Zoals ik in mijn vorige blogje al zei: Het begint te kriebelen. Dus gisteren maar eens warm aangekleed en het hok op om eens alle duiven te bekijken. Op papier is het leuk om te zien wat er zit, maar ik ben meer van een duif in handen te pakken en echt te kíjken wat er zit. Te voelen hoe een duif aanvoelt en aan de hand van de bouw van een duif te beoordelen welke duif nu fijn is op wat te koppelen. Vorig jaar heb ik daar ook al eens over geschreven.

Vanuit huis had ik al meer dan eens uitgesproken wat mijn favorietje was, die verraste me eigenlijk wel toen ik haar in handen had. Niet omdat ie zo groot was, maar omdat het juist een hele compacte duif was. Compact en toch alles in de juiste verhoudingen. En grappig genoeg een duif die uit de beste van Pap.

Daarnaast positief verrast dat we eigenlijk gewoon erg mooie duiven op het hok hebben zitten. Qua kleur, lol, maar ook zeker qua bouw. Mooi postuur, bijna allemaal goed door de rui gekomen, mooi qua borstbeen, mooie koppies. Maar 1 duif waar ik over twijfelde, niet qua bouw, maar vanaf de 3e pen niet doorgeruid. De 3e pen is aan de ene kant gebroken en aan de andere kant is de 3e pen flink beschadigd. Deze duif is ziek geweest en we vermoeden dat het daar ook zit, want teruggerekend zit het ook rond deze periode. Verder klopt de bouw, ziet ie er gewoon prachtig uit en voelt ie ook zalig aan. En qua afstamming, tja. Tis n zusje van Krullie en Brullie en Zusje. Behoeft weinig uitleg.
We geven haar maar gewoon de tijd en zien wel. Ik vind het wel weer bijzonder om te zien hoe zoiets als ziekte invloed heeft op het verendek en zo duidelijk ook.

De 700, is ze mooi of is ze mooi? 🙂

Al met al zijn we dik tevreden en gaan we vanaf hier weer kijken hoe we een verder plan maken. Met beperkte ruimte nu en beperkte ruimte voor jongen moeten we slim koppelen. Op naar een beter 2024. De duiven zitten er in ieder geval 😉

2024, het begint weer te kriebelen.

Het is 7 januari. Overal om ons heen horen we dat er wordt gekweekt. De ringen zijn geleverd bij de penningmeester en komende week gaat de zon schijnen, dus ook bij ons begint het te kriebelen over nieuwe plannen.

Inmiddels hebben we helder wat nog hebben zitten op het hok en waar we dan komend seizoen mee willen vliegen, kweken en waarmee we dus hopen wat succes te gaan maken. Maarja. We willen meer koppels maken dan we broedhokken hebben, dus gaan we het hok verbouwen? Gaan we minder koppels maken? We hebben ruimte voor het aantal jongen dat we voor ogen hebben, dus in dat opzicht kan het. Twijfels, twijfels.
Vorig jaar hadden we een heel plan, wat totaal anders liep door de gezondheid van Pap. Die jongen zitten nog bij ons en worden zeker een goede basis van dit jaar, samen met de jongen van Alex Boonstoppel, Jacco Grol en Gerrit Vroomen. Zelf hebben we dus maar weinig gekweekt. Maar we willen niet zomaar met alles gaan vliegen, want dadelijk raken we ze kwijt. Dan hebben we nóg niks. Dus alles goed overdenken. Zorgen dat we, hopelijk, de juiste keuzes maken en de komende dagen eens alles op een rijtje zetten. Waarmee gaan we kweken, welke gaan er sowieso op het vlieghok en gaan we verbouwen of gaan we het doen zoals we het nu doen.

Eerst nog maar ff bijkomen van de feestdagen. Nog een fijne jaarwisseling! Het mag nog nét!
De foto is een oudje, gewoon omdat het zo’n leuke foto is 😉

Einde 2023, op naar 2024

2023 is voorbij. Het was een jaar waarin we leerden van en over onze duiven. Waarin we leerden wat we anders en beter konden doen. Leerden wat we eigenlijk gewoon goed deden en ook leerden wat we leuk vonden en wat eigenlijk gewoon niet.

Het was een jaar waarin we verliezen leden, waarin we prijsjes vlogen, waarin we meer ontdekten over welke vluchten wel en niet bij ons pasten en welke richting we nu eigenlijk op willen met de duiven.

Het jaar waarin we, misschien dat toch, eindelijk door hebben wat er goed is aan het hok en wat we dus moesten veranderen en heel misschien wordt 2024 dan toch een beter jaar?

We hebben nog veel te leren, maar strikt genomen spelen Erik en ik ook pas samen sinds 2016. Ik zit dan wel al sinds 1997 in de duivenwereld, maar altijd naast iemand. De ervaring die ik meeneem is mooi, maar het is toch wel ff anders als je het zelf ten uitvoer moet brengen.

2023 was trouwens ook het waarin we echt wel duiven zijn kwijtgeraakt die ons meer dierbaar waren dan anderen. De 627, Gekke Bontje, Tyson en vooral onze Oma. De 1e 3 raakten verloren van een vlucht, dan loop je natuurlijk altijd wel een risico, maar Oma bleef weg van het hok en dat doet toch nog veel meer verdriet. Oma was onze huisduif. Onze knuffelduif. Ze was er altijd. En nu is ze weg. 2023 was wat dat betreft geen fijn jaar.

De hokken (2023)

In 2016 bouwden we, met behulp van Pap (Peter van Duivenmarktplaats) ons allereerst hok. Dit was een 2ehandsje, dus het was een hoop werk om dit af te breken, te verplaatsen en vervolgens weer op te bouwen en op te knappen. Maar er is niets wat ons niet lukt met goede wil, goed gereedschap en goed gezelschap.

Na een paar jaar spelen ontdekten we dat 1 hok te weinig was, dus toen corona toesloeg in Nederland besloten we gebruik te maken van de stilte en bouwden we zelf een 2e hok. Kleiner dan hok 1, deels vanwege ruimtegebrek, maar anderzijds ook omdat we zoveel ruimte nu ook weer niet nodig hadden.
En zo hadden we dus in 2020 2 duivenhokken.

De stand van zaken op dit moment is zoals op de foto’s hieronder: